Een cruise? Dat was iets voor rijke gepensioneerden, dachten we. Tot we op een dag een promotie in de krant zagen: 12 dagen in de Caraïben met de MSC Lirica, plus een 4-sterren overnachting in Miami voor maar 899 euro! Vluchten inbegrepen! Dat konden we echt niet laten passeren. Binnen de 5 minuten was alles geboekt.
Om de een of andere reden (misschien omdat MSC een Italiaanse rederij is) vlogen we naar Miami via Milaan. We verloren ook nog ruim twee uur door de strenge controle van de Amerikaanse douane, zodat we pas ‘s avonds laat (met zes uur tijdsverschil) doodmoe in ons hotel aankwamen. Nog snel een Double Whopper verorberd en dan naar bed.
We moesten pas in de vroege namiddag inschepen, dus maakten we - na een duur ontbijt - nog een toertje doorheen Downtown Miami met de Metromover: kleine automatische treintjes, zonder bestuurder en gratis! Ideaal om wat van de stad te zien als je maar enkele uren de tijd hebt.
Terug in ons hotel bleek dat de bus naar het schip al vertrokken was. Die nacht was in Florida het zomeruur ingegaan en we waren een uur te laat! Even paniek, maar met een taxi geraakten we toch nog op tijd in Fort Lauderdale. Gelukkig, want cruiseschepen wachten nooit op te laat komende passagiers.
De volgende dag begon het zware leven van de cruisetoerist: zonnen, lezen en op tijd wat eten (bijzonder lekker) en drinken. Let wel, er waren ook uitslovers aan boord die na een aantal rondjes op de looppiste nog even naar de fitnesszaal trokken. Maar dat waren uitzonderingen. Veruit de meeste passagiers kozen voor platte rust.
De tweede dag op zee verliep volledig zoals de eerste: dolce far niente (het was tenslotte een Italiaans schip).
Vanaf de derde dag kwamen we in de echte Caraïben en volgden de droomeilanden elkaar op. Eerst Puerto Rico waar we aanmeerden in de hoofdstad, San Juan. Dit is een van de mooiste - en meest bezochte - steden van het Caraïbische gebied. Gedurende de enkele uren die de MS Lirica daar lag, werd goed geld verdiend. Door taxi- en buschauffeurs, uitbaters van souvenirshops, fruit-, drank- en ijsverkopers, organisatoren van excursies, enzovoort. De prijzen waren wel aangepast aan de per definitie ‘rijke’ cruisepassagiers. Koopjes doen was er echt niet bij.
Het volgende eiland was Sint Maarten. Dat is een half Nederlands, half Frans (St.-Martin) eiland. Maar van dat ‘Nederlands’ moet je je niet te veel voorstellen, alleen sommige straatnamen (Gevangenisstraat, Schrijnwerkersteeg) verwijzen nog naar die oorsprong. Amerikaans is de voertaal. Philipsburg, de hoofdstad, is erg mondain, met de ene exclusieve winkel naast de andere (heel veel juweliers) en veel banken.
De dag daarop kwamen we in Grenada, waarvan we alleen wisten dat het Amerikaanse leger er ooit (in 1983) is binnengevallen. Het is een van de mooiste eilanden van de Caraïbische zee en een van de weinige dat zijn typische karakter heeft behouden. Het zag er pikzwart van het volk. Maar dan vooral letterlijk, want nog nooit hadden we mensen gezien met zo een donkere huidskleur.
Barbados is een naam die klinkt als een klok. James Bond werd hier vaak gesignaleerd. Ons viel dit eiland - of toch minstens Bridgetown, de hoofdstad waar we aanmeerden - een beetje tegen. Misschien omdat het zondag was en er weinig te beleven viel. De Britse invloed was er nog overduidelijk in de straat- en pleinnamen - zoals Trafalgar Square -, en de auto’s rijden er links. Barbados wordt dan ook wel eens Little England genoemd.
St. John’s, de hoofdstad van Antigua, het volgende eiland op onze cruise, had duidelijk al betere tijden gekend. Maar het piratenverleden van het eiland, waaruit de handelaars nu volop geld slaan met de verkoop van t-shirts met piratenvlaggen en andere gadgets, vormt in deze tijden van Pirates of the Carribean stilaan een belangrijke toeristische troef.
Tortola, al het zesde eiland dat we bezochten, was (en is waarschijnlijk nog steeds) een aangenaam en rustgevend eiland. Net als Antigua probeert Tortola munt te slaan uit zijn piratenverleden.
Eens terug aan boord werden we er pijnlijk aan herinnerd dat onze cruise stilaan naar zijn einde liep. De kapitein bood alle passagiers namelijk een Farewell Cocktail aan.
Het laatste eilandje dat we bezochten was Cayo Leventado. Hier werden ooit reclamespots voor Bacardi-rum opgenomen. Op een prachtig strand konden we enkele uren zalig van zon, zee, zand en een uitgebreide barbecue genieten. Je kon er ook wandelen of zwemmen, maar dat lieten we zo, een cruise is al vermoeiend genoeg.
De ontscheping in Port Everglades nam behoorlijk wat tijd in beslag omdat we opnieuw in de USA kwamen en de douane weer bijzonder moeilijk deed. We hadden voor onze terugvlucht maar net genoeg tijd om met een bus door Miami te rijden en de art-decohuizen op Ocean Drive, Miami Beach en wat supermoderne wolkenkrabbers te bekijken. Als fervente fans van Miami Vice & CSI Miami was dat toch wel een must.
De terugreis verliep vlot. Pas toen we thuis onze valiezen wilden openen, merkten we dat de Amerikaanse douane de sloten had doorgeknipt en onze bagage volledig had doorsnuffeld. Bovenop onze kleren lag een briefje waarop stond dat de Homeland Security Act toelaat alle bagage te openen en dat we geen schadevergoeding konden eisen. Het zullen wel nooit onze vrienden worden.
Home > Cruisetips > Cruiseroutes > Rederijen en schepen > Riviercruises > Reportages > Nieuws >
copyright cruisetips.be